Mei 2006, Jos en ik hadden ons motorrijbewijs gehaald en een motor aangeschaft. Een Kawasaki ER5. Vijfhonderd kubieke centimeter kracht om je te verplaatsen. Na wat ritten in de omgeving heeft Jos de motor naar Münnerstadt gereden. De volgende dag wist hij er stevig mee te vallen en de Kawa was net niet Total-Los. We hebben er nog flink mee getoerd. De hele winter door. In het voorjaar van 2007 was het tijd om er een keer een weekend mee weg te gaan.
Met topkoffer en tanktas hadden we weinig bagageruimte. Genoeg om wat klein spul mee te nemen. We boekten een motor-B&B in de Ardennen en togen op Pad. De heenweg – na nog even in Deurne langs gereden te zijn – begon het net voor Maastricht flink te regenen. In het dorpje De Planck (België) stonden we als verzopen katten in een Café langs de weg. We gebruikten er een stevige soep en wrongen onze kleren uit. Toen het niet meer regende, zijn we verder gereden. De zon kwam door en tegen de tijd dat we bij de B&B aankwamen waren we opgedroogd.
In de B&B legeerde nog een motorkoppel. Dit stel had ervaring met motorrijden en vakantie houden. We wisselden na dag 1 routes uit, en wij reden een rondje Clervaux (Luxemburg). Heerlijk om zo te genieten van de omgeving en het bochtenwerk. Onze eerste motorvakantie zat er op. Op de terugweg begon het even voorbij Maastricht weer te plenzen. We eindigden dat Pinksterweekend zoals het begonnen was. Kletsnat.